Het spel word gespeeld met een Monopoly speelbord, 2 dobbelstenen, pionnen voor de spelers, monopoly geld, huisjes en hotels en 3 soorten kaarten : de straatkaartjes, algemeen fonds kaarten en kanskaarten.
De bedoeling van het spel Monopoly is om zo rijk mogelijk te worden. Geld verdien je door straten te kopen en hierop huizen en hotels te bouwen. Als een andere speler op één van jouw straten komt zal deze speler hiervoor moeten betalen. Wanneer je huizen en hotels op deze straten gebouwd hebt, moet de speler nog meer geld aan jou betalen.
Huizen en hotels kunnen echter alleen gebouwd worden wanneer een speler alle straten uit 1 stad bezit. Je kunt maximaal 4 huizen in een straat bouwen. Wanneer er 4 huizen staan kun je deze eventueel ruilen voor een hotel. Er mag per straat maar 1 hotel geplaatst worden, en wanneer je een hotel plaatst mogen er geen huizen meer bij gezet worden.
Charles Darrow, één van de vele werkloze mannen in de jaren 30 is de uitvinder van Monopoly, het gezelschapspel dat in 1935 ontstond in de Verenigde Staten. Zijn idee was om een spel te bedenken waarin iedereen miljonair kon worden.
Sindsdien gingen diverse speledities van het spel in meer dan 111 landen over de toonbank en volgens de uitvinders hebben al meer dan 1 miljard mensen het bordspel ooit gespeeld. Voorts werd het gezelschapsspel vertaald in ruim veertig talen.
De Belgische versie werd voor het eerst gecommercialiseerd in de jaren 50.